Na eerst geoefend te hebben met een stilliggende bal kan het zijwaarts duiken nu getraind worden met een bewegende bal. Hierdoor leert de keeper de bal in te schatten.
Organisatie
- De keeper rolt de bal vanuit spreidstand onder zijn eigen been door
- De keeper duikt achter de bal aan
- De keeper verwerkt de bal door één hand achter en één op de bal te plaatsen en vervolgens de bal af te werken naar de buik/borst
Tekening
Bal van binnen naar buiten rollen (a) en bal van buiten naar binnen rollen (b):
Variaties
- Bal van binnen naar buiten rollen (a)
- Bal van buiten naar binnen rollen (b)
- Idem (a) en (b), maar steeds harder en verder rollen (voetenwerk moet eraan voorafgaan)
Coaching
- Duiken over zijkant van het lichaam
- Plaats van de handen
- Afwerken naar de buik/borst
- Insnijden
- Afzet