Ballen die vlak voor de keeper stuiteren zijn het moeilijkste om te verwerken, omdat het moeilijk is om de balbaan na de stuit in te schatten. Hier worden een aantal technieken aangedragen die kunnen helpen bij het verwerken van stuiterballen voor de keeper.
Techniek
Stuiterballen voor de keeper kun je op drie manieren verwerken:
- Handen net voor de stuit onder bal, vervolgens naar buik/borst, gelijktijdig met het over de bal heen vallen van het bovenlichaam.
- Gelijktijdig dat de bal de grond raakt of het moment net daarna, handen op de bal, vervolgens om de bal en verwerken naar de buik/borst, waarbij tevens het bovenlichaam over de bal heen valt.
- De bal stuitert op de grond en vlak daarna onderscheppen de handen (in onderhandse vangstand) de bal (als bij een dropkick). Daarna de bal omarmen en over de bal heen vallen.
Welke manier wordt gebruikt is mede afhankelijk van de plek (afstand tussen keeper en de bal) waar de bal de grond raakt.
Het zekerste is 1, gevolgd door 2 en ten slotte 3.