Keeper krijgt een serie ballen, waarbij de keeper na het verwerken van de bal steeds met openen op een doel.
Organisatie
- De trainer speelt de bal voor de keeper (1) in de vrije ruimte
- De keeper komt uit (2) en verwerkt de bal in de diepte in het doel
- Vervolgens lobt de trainer een tweede bal over de keeper (4), de keeper sprint terug (5)
- De keeper verwerkt de bal en opent op een van de doelen (6)
Variaties
- Open door middel van volley, dropkick of trap van de grond
Coaching
- Voetenwerk
- Uitgangshouding
- Trappen