In deze oefening wordt het verwerken van een voorzet uitgebreid met het openen op een doel.
Organisatie
- De keeper staat in het doel
- De trainer heeft veel ballen en staat aan de buitenkant van het strafschopgebied
- Voor keeper 1 staan nu twee andere doelen
- Keeper 1 staat bij de tweede paal en gaat naar de bal toe om hem te vangen
- Als keeper 1 de bal vangt, moet hij op doel 1 (op 20 meter) werpen of op doel 2 (op 40 meter) een dropkick trappen en scoren
- Daarna wisselen van keeper
Variaties
- Dropkick kan ook vervangen worden door een volley of trap van de grond
- Wedstrijd van maken: wie scoort de meeste ballen?
- Speler (of andere keeper) duel laten aangaan met keeper
- Doelen dichter bij of verder weg plaatsen
Coaching
- Timing
- “LOS” roepen
- Goede knie omhoog