Na het bespreken van de juiste uitgangshouding voor diepteballen kan het onderscheppen van diepteballen getraind worden door deze oefening. De keeper moet bij deze oefening een keus maken tussen blijven staan, en zijn verdediger coachen, of zelf de bal onderscheppen.
Organisatie
- Spelers spelen hun medespeler aan (1), lopen breed (3) om de buitenspelval te ontwijken, de bal wordt diep gespeeld (2) op de breed lopende speler
- De verdediger mag op het moment dat de bal wordt gespeeld een poging doen om samen met zijn keeper de tegenstander het scoren te beletten (4)
- De keeper probeert de bal te verwerken (5)
- Tevens mag de verdediger proberen te scoren op het andere doel, als hij of de keeper de bal heeft veroverd.
Variaties
- Zowel links als rechts uitvoeren
- Wisselen van keeper
Coaching
- Positie
- Uitgangshouding
- Inschatten dieptepass
- Keuze: gaan of blijven
- Coaching
- Samenwerking met de verdediger
- Omschakelen (spelvoortzetting)